Goed Voorbeeld:

SGE PsyScan

Locatie:Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE)
Partners:Maastricht University, twee ICT-leveranciers
Contactpersoon:Marielle Nellen
Telefoon:040 711 6000
Doel:bij psychische klachten de huisarts een praktisch instrument bieden voor ondersteuning bij een snellere en betere diagnosestelling; tegelijkertijd via deze tool de patiënt informeren over voorlopige diagnose en behandelmogelijkheden.
Aanpak:Patiënt vult thuis vragenlijsten in via digitaal instrument PsyScan; huisarts en patiënt ontvangen automatisch gegenereerde resultaten en behandelinformatie. Huisarts direct in zijn elektronisch dossier.

SGE PsyScan ondersteunt huisarts én patiënt

Hoe kan de huisarts sneller een goede diagnose stellen bij psychische klachten? En hoe kunnen patiënten beter geïnformeerd worden over eventuele behandelmogelijkheden? Samen met Maastricht University ontwikkelde SGE de PsyScan. Een innovatieve tool die bijdraagt aan zelfredzaamheid, eigen regie en het voorkomen van (intensievere) zorg.

De PsyScan is op dit vlak het eerste hulpmiddel voor de huisartsenpraktijk dat eind 2015 wetenschappelijk onderzocht zal zijn, vertelt Mariëlle Nellen van SGE.

Een op de tien Nederlanders kampte in 2012 met depressieve gevoelens, meldt het CBS in zijn ‘Bevolkingstrends 2013; depressiviteit en antidepressiva in Nederland’. De helft hiervan liet zich behandelen. Dit betekent dat jaarlijks al snel 3.500 Eindhovenaren met depressieve klachten zich melden bij SGE (totaal 70.000 patiënten). En de ene wijk is de andere niet, aldus Mariëlle Nellen, manager strategische ontwikkeling. “Een aantal jaren geleden zag een huisarts van één van onze centra opmerkelijk veel depressieproblematiek. Vanwege haar affiniteit hiermee zijn we in 2008 in dat centrum begonnen met het Doorbraakproject Depressie. Hiervoor is een stepped-care zorgprogramma ontwikkeld, met subsidie van het Trimbos-Instituut.”

Doel van dit programma was het beter organiseren van de ondersteuning bij lichte en matige depressieklachten. Stap voor stap werd het zorgprogramma uitgerold naar de tien SGE-centra. Vanaf het begin was hierbij een arts-onderzoeker van Maastricht University betrokken. “Hij heeft de programmatische zorg systematisch geanalyseerd en hoopt in 2016 op de ontwikkeling en effectiviteit van de SGE PsyScan te promoveren. Vanaf het begin heeft hij data verzameld en vergeleken. Zo’n langjarig onderzoek maakt het mogelijk om een betrouwbaar beeld te geven over de effecten van goed georganiseerde en gestructureerde programmatische zorg in de eerstelijn. Een van de trends is bijvoorbeeld een forse daling van het gebruik van antidepressiva; 5% bij ernstige depressieve klachten en 10% bij mildere klachten.”

Focusgroepen

Vanaf 2009 werden er in het kader van het zorgprogramma focusgroepen ingezet. Groepen met zorgverleners en groepen met patiënten. Zij bespraken de voortgang van het programma, knelpunten en mogelijke verbeteringen.

Deelnemers gaven aan dat ze moeite hadden met het vinden van geschikte hulp. “Dan heb je het over matched care, maar ook over het voorkomen van over- of onderbehandeling. Wat past bij welk type persoon, wie heeft baat bij groepsbehandeling, wie bij medicatie? Wil je daar als patiënt een goed gesprek met je arts over voeren, dan moet je weten welke soorten hulp beschikbaar zijn. Andersom geldt hetzelfde. Voor een arts is het prettig als de patiënt voordat hij binnenkomt in kaart is gebracht en al het een en ander weet.”

Diagnose

Voor de zorgverleners in de focusgroepen bleek de diagnosestelling een struikelblok. Hoe kun je tijdens een consult van tien minuten een goede diagnose stellen? “Huisartsen vinden dat ze een stevige basis moeten hebben om in zo’n situatie te bepalen wat er bij de patiënt speelt. Het spreekuur geeft daar vaak onvoldoende tijd voor”, vertelt Mariëlle Nellen.

Vanuit deze behoeften van huisartsen en patiënten ontstond het idee om een nieuw ondersteuningsinstrument te ontwikkelingen. De zorgverzekeraar was bijzonder geïnteresseerd en stelde een projectsubsidie beschikbaar. ICT-bedrijven zorgden voor de technologische ontwikkeling van het instrument en de benodigde koppeling van informatiesystemen. De aansluiting aan het al lopende wetenschappelijk onderzoek gaf het project een extra dimensie: dit zou in Nederland het eerste dusdanige geïntegreerde diagnostische instrument in de eerstelijn worden waarvan de effecten onderzocht werden. Zo werd de PsyScan geboren. Met als ‘moeder’ een gedreven SGE-huisarts en als ‘vader’ de arts-onderzoeker uit Maastricht.

Digitale tool

De PsyScan is een digitale tool waarbij allereerst de patiënt aan zet is. Die logt na verwijzing door de huisarts, thuis met een wachtwoord in op patiëntenportaal MGP en vult daar een korte screeningslijst in. Als de klachten richting psychische klachten wijzen, volgt stap twee: het invullen van de VierDimensionale Klachtenlijst (4DKL). Het programma is zo opgebouwd dat er direct mogelijke indicatieve diagnoses uitrollen. “Die geven onder meer aan of er GGZ-problematiek als depressie of angst speelt of dat het meer in de hoek van psychosomatische klachten of stress zit. Ook wordt al iets vermeld over de gradatie van de problematiek”, licht Mariëlle Nellen toe.

De patiënt ontvangt ook deze voorlopige diagnose digitaal, meteen na het invullen van de vragenlijsten. Er wordt nog wel een slag om de arm gehouden; de huisarts moet de diagnose bevestigen; de PsyScan is een hulpmiddel. In ieder geval kan de patiënt alvast aan het idee wennen. En zich bovendien gaan verdiepen in eventuele behandelmogelijkheden. Want ook die reikt de PsyScan per diagnose ‘op maat’ aan. Zo leest de patiënt over de mogelijkheden van het zorgprogramma depressie, groepsbehandeling, medicatie, zelfhulpgroepen en lotgenotencontact.

Partners in dit aanbod zijn vooral eerstelijns zorgverleners van SGE, maar ook de tweedelijnsorganisatie GGzE en het Zelfhulpnetwerk Zuidoost-Brabant. “Daarnaast werken we met onderaannemers die bijvoorbeeld een online zorgmodule verzorgen. Ook proberen we meer contacten te leggen met WijEindhoven, waar onder andere het maatschappelijk werk onder valt. Dat sluit aan bij de wens van de gemeente om zorg en welzijn in de wijken met elkaar te verbinden. Bij psychosociale klachten kan zo’n wijknetwerk zeker een meerwaarde hebben.”

Verrassingen

Circa één week na het invullen van de PsyScan zit de patiënt voor een vervolgafspraak bij de huisarts. Die heeft de uitslagen en adviezen dan direct in zijn Huisartsen Informatie Systeem ontvangen en kunnen bestuderen. Dat leidt soms tot verrassingen, weet Nellen. “Waar een huisarts een depressie vermoedde, geeft de uitslag bijvoorbeeld aan dat de klachten daar te licht voor zijn of dat er ook een angstprobleem speelt. En dat een andere aanpak dus passender is.” In ieder geval gaan arts én patiënt goed geïnformeerd het gesprek in. De uitslag wordt besproken, de arts stelt officieel de diagnose en er wordt samen bekeken welke vervolgstappen zinvol zijn.

Onderzoek

Het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de PsyScan wordt uitgevoerd via een gerandomiseerd onderzoek. Alle SGE-huisartsen deden hieraan mee. Zij behandelden een deel van hun patiënten met behulp van de Psyscan en een controlegroep op de reguliere manier. “Dat we 530 patiënten in het onderzoek konden uitnodigen, daar zijn we wel trots op. De nabijheid van de arts-onderzoeker, die samen met de betrokken huisarts van SGE altijd klaar stond voor ondersteuning, heeft zeker geholpen.”

Bijzonder is ook de betrokkenheid van patiënten bij het project, vervolgt Nellen. “Hun input begon via de focusgroepen, maar ook daarna hebben we zaken bij ze getoetst. In het ontwikkelteam PsyScan zat een patiënt die in het verleden depressief was geweest. Ook is bij twintig patiënten een pilot gedaan om waar mogelijk verbeteringen in de PsyScan aan te brengen. Dat heeft er onder andere toe geleid dat sommige informatieve teksten over behandelmogelijkheden ingekort zijn. Het bleek dat als de tekst te lang was, mensen afhaakten.” Ook in de spreekkamer zorgt de PsyScan ervoor dat de patiënt meer zelf aan zet is.

De meerwaarde van de PsyScan is volgens Mariëlle Nellen al duidelijk. De ervaringen van de huisartsen zijn positief. “Dat patiënten op deze manier meer eigen regie krijgen, vinden de artsen erg nuttig. Het zorgt voor betere gesprekken in de spreekkamer. Die gaan nu gericht over hoe je samen de behandeling wilt inzetten. Anders dan dat een patiënt zomaar wat heeft lopen googelen.”

Belangstelling

Vanaf 2015 geldt de PsyScan als een standaard diagnostisch ondersteunend instrument binnen SGE. Bij elke nieuwe patiënt bij wie de huisarts psychische klachten vermoedt, kan de scan ingezet worden. De patiënten binnen het onderzoek worden een jaar gevolgd om de effecten in beeld te brengen.

Intussen kloppen andere zorggroepen belangstellend aan. En dat is precies waar SGE op hoopte. “We willen de PsyScan graag verspreiden. Het is een krachtig instrument, ontwikkeld vanuit de praktijk; een mooie starttool die de diagnostiek en behandeling door huisartsen versterkt. En die perfect past in de brede GGZ-DBC’s van huisartsen. Bovendien heb je er geen extra personeelsbudget voor nodig, want het gaat om een volledig geautomatiseerd systeem. Wel moet de scan passen binnen de ICT-voorzieningen van de praktijk.”

Als er behoefte is aan scholing, wil SGE die waar mogelijk geven. “Het is fijn dat de zorgverzekeraar geld beschikbaar stelt voor de uitrol, want dit instrument kan ook besparingen op zorgkosten opleveren. Stel dat de PsyScan een vermoeden van een zware problematiek tegenspreekt, dan voorkom je onnodig medicatiegebruik en een onnodige verwijzing naar dure tweedelijnszorg.”

Samenwerkingskracht

Dat de PsyScan bij SGE is ontwikkeld, is volgens Mariëlle Nellen geen toeval. “Innovatie is van oudsher een kracht van de regio Eindhoven. Daarnaast heb je voor zo’n initiatief schaalgrootte, tijd en ruimte nodig. Met daarbij de kennis en gedrevenheid van een gespecialiseerde huisarts. Als samenwerkende gezondheidscentra, in verbinding met Maastricht University, onze ICT-leveranciers en een enthousiaste zorgverzekeraar beschikken wij over al die randvoorwaarden. Dat levert de kracht op die nodig is voor vernieuwing.”