Goed Voorbeeld:

Wijknetwerk Hulpsector Oost, 2.0

Locatie:Gezondheidscentrum Samen Beter
Partner:Organisaties en vrijwilligers uit de wijk Den Bosch Oost
Contactpersoon:Meggy v Kruisdijk
Telefoon:073-6130765
Doel:Verbindingen leggen tussen zorg/welzijnsprofessionals, vrijwilligersorganisaties en overige actieve wijkbewoners. Om zo het zorg- en ondersteuningsaanbod breed te kunnen verspreiden.
Aanpak:Thema/ontmoetingsbijeenkomsten, sociale kaart via wijkwebsite.

Nieuw samenwerkingselan voor betere ouderenzorg en aanpak laaggeletterdheid

Het is niet altijd nodig om het wiel uit te vinden. Wel moet zo’n wiel soms opgepoetst worden en voorzien van nieuwe onderdelen. Zo ook bij Hulpsector Oost in Den Bosch. Enkele aanpassingen bleken voldoende om dit samenwerkingsverband tussen Gezondheidscentrum Samen Beter en andere wijkvoorzieningen weer goed op de rit te krijgen. Hulpsector Oost 2.0 pakt vraagstukken van deze tijd op. Om zo de eigen kracht van wijkbewoners te versterken, vertelt huisarts Meggy van Kruijsdijk, tevens directeur van het gezondheidscentrum.

“Het oorspronkelijke wijknetwerk Hulpsector Oost is in de jaren ’80 opgezet, in de tijd dat Samen Beter van start ging”, schetst Meggy van Kruijsdijk de achtergrond. “Toen werd al gekeken naar welke zorg in de wijk nodig was. Via Hulpsector Oost was er veel verbinding tussen allerlei wijkinstanties, aangestuurd door Samen Beter. Wij hebben ons altijd als een echt wijkgezondheidscentrum geprofileerd; voor én met wijkbewoners. Er waren veel vrijwilligers actief in ons centrum, maar dat werd in de loop der jaren – door allerlei oorzaken - steeds minder. Ook het wijknetwerk stond al enige tijd op een heel laag pitje. Begin 2014 hebben we het nieuw leven ingeblazen.”

Ouderenproject

De aanleiding voor deze revival was de deelname van Samen Beter aan een ouderenproject van (en gesubsidieerd door) ZonMW. Dit project, dat van 2012 tot 2014 liep, was getiteld: ‘Een nieuwe ordening voor eerstelijnszorg aan kwetsbare ouderen in Den Bosch: het organiseren van een multidisciplinaire wijkgerichte netwerkstructuur in zorg, welzijn en wonen.’ Het maakte onderdeel uit van het ZonMW-programma ‘Op één lijn’.

Elke deelnemer in Den Bosch (drie gezondheidscentra en twee huisartsenpraktijken) pakte een thema aan, variërend van mobiliteit tot vallen en het voorkomen van depressie. De invalshoek van Samen Beter was eenzaamheid bij ouderen; een aandachtspunt uit de wijkscan. “Wij wilden weten hoe je dat kunt signaleren en hoe je daar vervolgens mee aan de slag gaat”, vertelt Van Kruijsdijk. Als signaleringsinstrument werd de TraZAG-vragenlijst ingezet. Daarnaast organiseerde het gezondheidscentrum een bijeenkomst voor professionele zorginstanties, vrijwilligersorganisaties en actieve wijkbewoners. “Daar realiseerden we ons dat als je eenzaamheid constateert, het noodzakelijk is dat je weet wat er in de wijk beschikbaar is. Zodat je die als ondersteuning kunt inzetten als dat binnen het eigen netwerk onvoldoende lukt. De verschillende betrokkenen bleken onvoldoende op de hoogte van de initiatieven die in de wijk aanwezig waren.”

Misten sturing

Natuurlijk was er vanuit het verleden enig zicht op de wijkinstanties overgebleven. “We kenden bijvoorbeeld Trefpunt Oost, een soort wijkcentrum waar met name mensen met psychische klachten opgevangen worden. Ook waren er bijvoorbeeld nog contacten met een zorgboerderij. Maar er miste iets gemeenschappelijks en er was geen sturing. We waren minder goed op de hoogte van elkaars activiteiten, we kregen niet alle initiatieven mee.”

Op enig moment werd Hulpsector Oost in herinnering gebracht. Dát moest opgepakt worden. En zo gebeurde. Voortbordurend op het thema ‘eenzaamheid’ vond in juni 2014 de eerste en in november van dat jaar de tweede bijeenkomst van Hulpsector Oost 2.0 plaats. Dat Meggy van Kruijsdijk de kar trok, was geen toeval. “Zowel onze huisartsen als praktijkondersteuners zien veel ouderen met lichamelijke klachten waar bij nader inzien een isolementsprobleem onder ligt. Als je die eenzaamheid aanpakt, is de kans groot dat ook de lichamelijke klachten verminderen.”

Niet alleen ouderen die naar de dokter gaan, zijn in het vizier. “We proberen ook de zorgmijders te bereiken. De praktijkondersteuner doet dat via de huisbezoeken die deel uitmaken van de ouderenmodule waar we mee werken.”

Bijeenkomsten

Hulpsector Oost 2.0 zorgt ervoor dat formele en informele zorg- en welzijnsmogelijkheden elkaar beter leren kennen. Zodat iedereen op de hoogte is van elkaars aanbod. De bijeenkomsten spelen daar een belangrijke rol bij. Ze worden op wisselende locaties gehouden, onder meer in het wijkcentrum en in de Brede Bossche School. De organisatie is in handen van de initiatiefgroep; hierin zitten naast Van Kruijsdijk nog een huisarts, een praktijkondersteuner, welzijnswerker en vrijwilligers (wijkplatform, wijkcentrum, burgerwijkteam, kinder/zorgboerderij). De bijeenkomsten worden divers ingestoken. “De laatste keer hadden we het nieuwe sociaal wijkteam van de gemeente uitgenodigd voor een introductie. We zullen ze blijven uitnodigen. Voor de gemeente lijkt me dat een goede manier om aangehaakt te blijven bij wat er in de wijk allemaal speelt.”

Naast de bijeenkomsten wordt hard gewerkt aan het up-to-date maken van de sociale kaart. Het wijkplatform pakt dit grotendeels door een digitale versie bij te houden op www.wijkkrantoost.nl. Een medium dat ook wordt ingezet om informatie over Hulpsector Oost 2.0 met de wijkbewoners te delen.

Laaggeletterdheid

Inmiddels heeft de initiatiefgroep een volgend thema opgepakt: laaggeletterdheid. “We zoeken altijd een onderwerp dat leeft bij hulpverleners en een raakvlak heeft met gezondheid. Laaggeletterdheid is heel actueel, ook binnen de Landelijke Huisartsen Vereniging”, geeft Meggy van Kruijsdijk aan. Ze benadrukt het belang van een brede aanpak. “Het gaat om mensen die relatief vaak een beroep doen op zorg. Ook een groep die instructies van de zorgverlener niet altijd goed uitvoert; bijvoorbeeld omdat ze de gebruiksaanwijzing van een medicijn niet kunnen lezen. Daarom is ook de apotheek bij dit thema betrokken. Van patiënten bij wie in het gezondheidscentrum laaggeletterdheid wordt vastgesteld, wordt dit (met toestemming van de patiënt) doorgegeven aan de apotheek. Die geeft dan met behulp van pictogrammen aangepaste informatie.

Maar laaggeletterdheid gaat ook over slechte begripsvorming. Verstandig omgaan met je gezondheid is lastig als je de uitleg van de huisarts niet begrijpt, en dus niet goed weet wat er precies aan de hand is.”

Ook laaggeletterdheid heeft een duidelijke verbinding met de wijk. Zo biedt de school naast het gezondheidscentrum gratis taallessen aan. “Dat moet je als verwijzer wel weten! Dus wordt de school er nu ook bij betrokken.” Het moet uiteindelijk als een olievlek werken: steeds meer hulpverleners en andere wijkorganisaties kennen het ondersteuningsaanbod én elkaar; tijdens de bijeenkomsten worden telefoonnummers uitgewisseld.

Aanjaagfunctie

De betrokkenheid van de eerstelijnswerkers van Samen Beter bij Hulpsector Oost 2.0 is groot, is de ervaring van Van Kruijsdijk. “De fysiotherapie, apotheek, maatschappelijk werk, consultatiebureau; ze komen in hun eigen tijd naar de bijeenkomsten. Iedereen is zich bewust van de aanjaagfunctie die je als gezondheidscentrum in een wijk hebt. Bovendien geeft de extra kennis je als professional meer handvatten om je werk goed te doen. Als wij ervoor kunnen zorgen dat iemand op de juiste plek de juiste ondersteuning krijgt, heeft dat een positieve uitwerking op de gezondheid van die persoon. En het gezonder maken van mensen blijft natuurlijk ons doel.”

Meggy van Kruijsdijk steekt graag energie in Hulpsector Oost 2.0. Dat blijft nodig, zegt ze. “Iemand moet de regie houden, anders gebeurt er niet veel. Professionals kunnen dat niet zomaar naast hun gewone werk doen. We steken er allemaal vrijetijd in.” Zelf kan ze een deel van haar coördinerende activiteiten via de eerstelijns samenwerkingsgelden declareren. De themabijeenkomsten worden bekostigd door het gezondheidscentrum en vanuit de regeling Bewonersinitiatiefgeld (BIG-regeling) van de gemeente Den Bosch. De gemeente heeft daarnaast aangeboden om, als daar behoefte aan is, gratis ruimten in de nabijgelegen school beschikbaar te stellen.

Verantwoordelijkheid

De financiering van een initiatief als Hulpsector Oost 2.0 is in de ogen van Van Kruijsdijk de verantwoordelijkheid van alle partijen die zich druk maken over gezondheid en welzijn. Ze vindt het daarom nodig dat als in bepaalde situaties het passend is om vrijwilligerswerk om te zetten naar reguliere arbeid, dit wordt vergoed. Als het specifiek om zorg gaat door de zorgverzekeraar, als het om welzijn gaat door de gemeente, en bij overlapping in gezamenlijkheid.

Ze illustreert dit met een voorbeeld: “In het buurthuis zijn twee afgestudeerde maatschappelijk werkers actief, gespecialiseerd in ouderen. In het kader van de eenzaamheidsbestrijding nemen zij mensen aan de hand mee naar activiteiten. Dat zijn ouderen die uit zichzelf hun huis niet uitkomen; want het is echt niet altijd voldoende te zéggen dat iemand ergens heen kan gaan.” Het begeleiden van deze kwetsbare ouderen raakt wat Van Kruijsdijk betreft het welzijns- én zorgspectrum. “Dit zijn vaak mensen die vanuit de huisbezoeken van de praktijkondersteuner opgemerkt worden. Als je door de opvolgende acties gezondheidsklachten kunt voorkomen, beperk je indirect de zorgconsumptie. Daar mogen een zorgverzekeraar en de gemeente best wat tegenover stellen.”

Eind 2015 wordt Hulpsector Oost 2.0 geëvalueerd.

Gerelateerde links