Goed Voorbeeld:

Multidisciplinaire aanpak zelfmanagement

Locaties:elz' Achtse Barrier (EersteLijnsZorg Achtse Barrier)
Medisch Centrum Artois
Partner:Vilans
Contactpersoon:Chantal Staal
E-mailadres:cstaal@gcab.nl
Telefoon:040-2410020
Doel:zelfmanagement van patiƫnten optimaal stimuleren door gedeelde visie en multidisciplinaire aanpak; zorgverleners weten daarbij van elkaar welke zelfmanagementinstrumenten ze inzetten.
Aanpak:multidisciplinaire inzet van Zelfmanagementkompas Vilans; multidisciplinaire werkgroepen werken SMART-geformuleerde ontwikkelpunten uit; zelfmanagement als vast onderdeel van zorgprogramma?s; professionals krijgen extra scholing.

Zelfmanagement begint bij de zorgverlener

Van patiënten wordt steeds meer zelfredzaamheid en eigen regie verwacht. Zorgverleners moeten mensen hierbij ondersteunen. Dit gaat het beste als samenwerkende professionals voor dezelfde aanpak kiezen, vinden ze bij elz’ Achtse Barrier in Eindhoven. Daarom zijn alle disciplines betrokken bij de visie op en uitwerking van zelfmanagement. Het Zelfmanagementkompas van Vilans was een belangrijk hulpmiddel. Want het begint bij de zorgverlener, aldus Chantal Staal en Jiska Vennix.

“Het uiteindelijke doel van dit project is dat onze wijkbewoners zelfredzamer worden. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Het begint met een visie die je als zorgverleners samen moet ontwikkelen”, vertelt huisarts Chantal Staal, tevens medisch directeur van het eerstelijns samenwerkingsverband elz’ Achtse Barrier, waar twee gezondheidscentra onder vallen.

Zelfmanagement past bij veel ontwikkelingen rondom zorg en welzijn: mensen worden meer verantwoordelijkheid voor hun gezondheid; bij chronisch zieken is leefstijlaanpassing belangrijk; dure zorg wordt vervangen door goedkopere alternatieven; ondersteuning gebeurt zoveel mogelijk in de wijk. In de Achtse Barrier paste ook een eerder uitgevoerde wijkscan in dit plaatje. “Die scan liet zien dat veel bewoners gezondheidsproblemen hebben die samenhangen met leefstijl. Overgewicht en hoge bloeddruk scoren hoog”, aldus Jiska Vennix, zorgprogramma manager bij elz’.

Startpunt

Mensen stimuleren om het heft in eigen hand te nemen en eigen keuzes te maken; dat vraagt om zorgverleners die bereid zijn daarin mee te gaan. Chantal Staal: “Het begint bij de zorgverlener zelf. Daarom was het Zelfmanagementkompas van Vilans een goed startpunt. Dit instrument geeft je als professional inzicht in jouw houding ten opzichte van zelfmanagement; hoe sta je erin, wat doe je al?

Als alle disciplines het kompas invullen, geeft dat een helder beeld van de stand van zaken binnen het samenwerkingsverband. En met die informatie kun je samen aan een visie werken.”

Het Zelfmanagementkompas bestaat uit 80 vragen die betrekking hebben op drie niveaus: de zorgverlener, het team en de organisatie. Naast de vragen die zelfmanagementondersteuning meten, vullen de deelnemers ook ontwikkelpunten rondom zelfmanagement in op deze drie niveaus. Voorbeelden van vragen zijn: “Ik betrek de patiënt bij de voorbereiding op het consult (vragenlijst invullen, gegevens noteren/invoeren etc.” en “Ik ben bereid om op een andere manier te werken”.

Er was wel een hobbel te nemen, aldus Jiska Vennix. “Het Zelfmanagementkompas is ontwikkeld voor specifieke disciplines: huisartsen, praktijkondersteuners, fysiotherapeuten en apotheken. Wij wilden het breder inzetten, ook bij de verloskundigen, ergotherapeuten, psychologen, logopedisten, thuiszorg en jeugdarts. Dat hebben we ook gedaan en daarmee waren we de eersten. Zo werden we een pilot voor het multidisciplinair inzetten van het Zelfmanagementkompas. Op basis van onze ervaringen heeft Vilans de vragenlijst aangepast. Vervolgens hebben we ook meegedacht over de doorontwikkeling van het kompas, en daardoor voelen we ons extra betrokken hierbij.” Het kompas is door de input van elz’ onder andere compacter, eenvoudiger en interactiever gemaakt.

Samenwerkingsdag

In totaal 54 zorgverleners vulden in april 2014 de vragenlijst in. De resultaten werden twee maanden later besproken tijdens de jaarlijkse Samenwerkingsdag van elz’, waar zo’n 60 professionals bijeen waren. Zij benoemden op deze dag ruim twintig ontwikkelpunten rondom zelfmanagement. Twee vervolgsessies later, met werkgroepen, lagen er vier SMART-geformuleerde uitwerkdoelen op tafel.

Het eerste doel: eind 2015 ligt er een gedragen visie die te lezen is op de website van elz’. Dat proces is in volle gang, vertelt Chantal Staal. “Hoe ver ga met zaken overlaten aan de patiënt? Is zelfmanagement een kwestie van ‘zoek het maar uit’ of toch niet? Wanneer stuur je wel, wanneer niet? Daar kun je verschillend tegenaan kijken. Wat dat betreft is het ook spannend om te horen hoe de gemeente Eindhoven hier tegenaan kijkt. De gemeente legt bij wijkgericht werken erg veel nadruk op de eigen regie van mensen. Voor mijn gevoel soms te veel. In onze visie op zelfmanagement blijft de rol van de zorgverlener van wezenlijk belang.”

Gedragsverandering

Het tweede doel: eind 2015 heeft minimaal 80% van alle elz’ zorgverleners een scholing/cursus met de principes van MI (motiverende gespreksvoering) gevolgd. Dat is een hulpmiddel, benadrukt Staal. “Het gaat uiteindelijk om gedragsverandering bij de zorgverlener. Neem een diabeet met overgewicht. Vroeger zei de dokter: je moet gaan bewegen, je moet afvallen. Nu bespreek je met de patiënt of en welke problemen hij ervaart en of hij daar iets aan wil doen. Zo ja, wat dan, wat is daarvoor nodig en hoe kun je dat als hulpverlener mede ondersteunen. Je bent vooral een adviseur.”

De relatie tussen zelfmanagement en informele zorg krijgt meer aandacht. “Ik wijs mensen sneller op lotgenotengroepen. Met name mensen met psychische klachten kunnen daar veel baat bij hebben. Een paar jaar geleden zou ik iemand met een angstprobleem snel naar een psycholoog verwijzen. Nu praat ik met de patiënt over opties, en wat iemand bij zichzelf vindt passen. En de patiënt kiest.”

Waarmee duidelijk wordt dat het onderwerp zelfmanagement de spreekkamer van huisarts Staal al gevonden heeft. “Zeker, maar door de aandacht binnen elz’ ben ik er nóg alerter op. Bovendien bekijken we het nu door een multidisciplinaire bril. Het werkt gewoon beter als we zaken goed op elkaar afstemmen. Zo is het voor een patiënt prettig als de apotheker weet naar welke voorlichting de huisarts al verwijst. Vaak doet ieder dat voor zich, met z’n eigen sites en folders. Wij zijn op zoek naar het gezamenlijke, we willen van elkaar leren en via kruisbestuiving elkaar verder helpen.”

Eye-opener

Dat laatste sluit aan op het derde doel: eind 2015 staat op elz’ intranet wat de definitie van een zelfmanagementtool is en welke tools de verschillende disciplines binnen elz’ gebruiken. Tijdens de Samenwerkingsdag werden de eerste zaken uitgewisseld. Voor heel wat deelnemers een eye-opener, weet Chantal Staal. “Iedereen bleek al best goed bezig, maar we wisten van elkaar niet waarmee. Op dat vlak is zoveel winst te halen.”

Ze geeft een voorbeeld: “De wijkverpleegkundige vertelde hoe beeldbellen de eigen regie van mensen versterkt. Als huisarts ga je er al snel vanuit dat de thuiszorg elke ochtend op de stoep moet staan omdat mensen face-to-face contact willen. Maar willen ze dat wel? Blijkbaar werkt het op een andere manier ook. Het is goed én leuk om elkaar te inspireren, zodat je loskomt van denken in een vast stramien.” En kruisbestuiving ligt soms voor het oprapen, vult Jiska Vennix aan. “Beeldbellen past mogelijk in de zorgprogramma’s depressie of ouderenzorg. Maar je moet wel weten dat het bestaat.”

Facebook

Steeds meer zorgverleners van elz’ ondersteunen zelfmanagement met praktische hulpmiddelen: online afspraken maken en herhaalrecepten bestellen, en contacten/consulten via e-mail. De een is verder dan de ander, bleek tijdens de Samenwerkingsdag. Chantal Staal: “De verloskundigen hebben een Facebook-pagina. Dat je ook op die manier contact kunt hebben met patiënten was nieuw voor mij. Zo zie je wat er allemaal mogelijk is.”

Ook de korte lijnen tussen elz’ en wijkorganisaties kunnen zelfmanagement stimuleren; regelmatig worden samen activiteiten georganiseerd. Zo is elz’ een van de partners in het project ‘Achtse Barrier in Beweging’, waarin zorgverleners en beweegaanbieders samen een passend aanbod organiseren voor wijkbewoners met en zonder gezondheidsbeperkingen. “Als je de bal meer bij de patiënt legt, moet je hem of haar wel in staat stellen om die nieuwe weg te bewandelen.”

Zorgprogramma’s

Het laatste doel waar een multidisciplinaire werkgroep aan werkt, raakt de negen zorgprogramma’s van elz’: eind 2015 wordt in ieder zorgprogramma benoemd wat er aan zelfmanagement wordt gedaan. “Daar zijn we al best ver mee”, meldt Vennix. “Binnenkort gaan we die informatie met iedereen delen. Het gebeurt al in de programmacommissies, die twee keer per jaar bij elkaar komen. Daar staat zelfmanagement voortaan als vast onderwerp op de agenda.” Want de status quo beschrijven, daar blijft het niet bij. Voor elk zorgprogramma wordt bekeken of er voldoende zelfmanagement in zit, of dat dit meer moet worden.

Bij elz’ zijn ze ervan overtuigd dat in gezamenlijkheid het meest bereikt kan worden. Dat vraagt om sturing, organisatie en coördinatie. Jiska Vennix neemt dit voor haar rekening, bekostigd vanuit de geïntegreerde eerstelijns samenwerkingsgelden (GES). Daarnaast ontvangt elke discipline uit dit budget jaarlijks een overlegvergoeding. Ook de kosten voor de eenmalige inzet van het Zelfmanagementkompas zijn betaald uit de GES.

Zonder een samenwerkingsbudget wordt het heel lastig om zelfmanagement multidisciplinair aan te blijven vliegen, zegt Chantal Staal. “En dan hebben wij nog het geluk dát we al zo lang intensief samenwerken. Het fundament is stevig. Als het los zand is en je elkaar nog moet leren kennen, zal zo’n project moeizamer tot stand komen.”