Goed Voorbeeld:

Wijkgericht werken in Tilburg Noord

Locatie:Stadsdeel Tilburg Noord
Partners:Vier huisartsenpraktijken in Tilburg Noord, Gezondheidscentrum Reeshof, gemeente, welzijnsorganisatie ContourdeTwern, woonzorgcentrum De Heikant, thuiszorg, apotheken, zorggroep RCH Midden-Brabant en andere samenwerkingspartners in de wijk.
Doel:Efficiënt bijdragen aan de kwaliteit van zorg, waarbij alle aspecten van ziekte en gezondheid zoveel mogelijk binnen de wijk en in afstemming met de betrokken hulpverleners plaatsvinden. Subdoelen: persoonsgerichte zorg, eenduidige regie in het netwerk van de patiënt, op- en afschalen waar nodig, duidelijkheid ontwikkelen over rollen en verantwoordelijkheden van professionals. Ontdekken hoe huisartsen de wijkgerichte zorg zó kunnen organiseren dat die voor O&I-financiering in aanmerking komt.
Aanpak:• Wijkanalyse, behoefte-inventarisatie, duurzame projectstructuur, plan van aanpak.
• Focus op doelgroepen: kwetsbare ouderen, kwetsbare gezinnen/jeugd, mensen met een migratie-achtergrond, mensen met psychosociale problematiek.
• Wijkmanager als centraal aanspreekpunt en kartrekker.
• Uitvoeren activiteiten, o.a. samenwerkingsafspraken maken, initiëren van MDO’s en netwerkbijeenkomsten, herstructureren sociale kaart.

Wijkgericht werken; Huisartsen Tilburg Noord en Gezondheidscentrum Reeshof

Wijkmanager drijvende kracht achter samenwerking en betere zorg
 
In Tilburg Noord is Ellen Struijcken sinds 2017 actief als wijkmanager. Met de huisartsen als vertrekpunt maakt ze de verbinding met andere hulpverleners en wijkorganisaties. Op die manier ontstaat in deze complexe wijk steeds meer samenwerking. Iedereen plukt daar de vruchten van.
 
Waarom zijn jullie met dit project begonnen?

“Zorgverzekeraars leggen steeds meer nadruk op wijkgericht werken binnen de eerstelijn. Wijkgericht werken past bovendien bij de participatiesamenleving en de zorgtransities naar gemeenten. In deze ontwikkelingen krijgt de huisarts er een rol als netwerker in de wijk bij. In de praktijk verloopt de samenwerking tussen huisartsen, het sociaal domein en andere samenwerkingspartners vaak moeizaam, omdat er niemand is die dat proces coördineert. In de Tilburgse wijk Reeshof lukt het wel. Daar is de directeur van Gezondheidscentrum Reeshof, dat extra geld krijgt vanuit de geïntegreerde eerstelijnszorg-financiering, de kartrekker. Zij willen hun kennis en ervaring delen om wijkgericht werken ook mogelijk te maken in gebieden zonder gezondheidscentrum. Het project in Tilburg Noord, waar ik wijkmanager ben, maakt volop gebruik van de ervaringen in Reeshof. ”
 
Wat doen jullie op praktijkniveau?

“De huisarts wil een bredere rol vervullen en zo het welzijn van patiënten vergroten. Dat gaat niet vanzelf, dat kost inzet en tijd. Omdat huisartsen buiten gezondheidscentra hier geen geld voor krijgen, kunnen ze niemand vrijmaken. Via het project ondersteun ik als wijkmanager alle huisartsen in Tilburg Noord. Ik ben hun eerste aanspreekpunt en de ‘spil’ in het web.
De start was het inventariseren van behoeften, knelpunten en ideeën bij de huisartsen en de wijkpartners. Vervolgens maakten we een plan voor 2017 en 2018. Op praktijkniveau zorgden we ervoor dat de huisartsen gezamenlijk een praktijkondersteuner ouderenzorg (POH), een praktijkmanager en een digitaal systeem ouderenzorg kregen. Andere activiteiten zijn kennisuitwisseling en scholing van POH’s en assistentes. Verder maakten we werkafspraken met de thuiszorg, de apotheken, het woonzorgcentrum, de welzijnsorganisatie en andere partijen. Ook actualiseerden we de sociale kaart. Verder zijn we bezig met het opzetten van een spreekuur sociaal werker op de praktijk.”
 
Welke activiteiten gebeuren op wijkniveau?

“Er zijn diverse multidisciplinaire overleggen (MDO’s) en andere netwerkbijeenkomsten opgestart. We betrekken daar telkens die mensen in de wijk bij die nodig zijn om zorg en ondersteuning goed op elkaar af te stemmen. Dit loopt prima. Een netwerkbijeenkomst ‘kwetsbare ouderen’ trekt al snel 70 deelnemers: zorgprofessionals uit de wijk, maar ook gemeentelijke beleidsmakers.
Noord heeft geen fysieke samenwerkingsplek, zoals een gezondheidscentrum. Daarom is het belangrijk om veel ontmoetingen te organiseren, waar mensen elkaar leren kennen. Dat werkt heel goed. Verder ben ik als wijkmanager voor iedereen een goed bereikbaar ‘centraal punt’.”
 
Wat organiseren jullie op regionaal niveau?

“Er is een stuurgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van Zorggroep RCH Midden-Brabant, Robuust, de huisartsengroep (hagro) Noord en GC Reeshof. Op deze manier wordt meegekeken en meegedacht over hoe we onze aanpak breder kunnen opschalen en wie daarbij welke rol speelt.”  
 
Welke meerwaarde biedt jullie project?

“Door de samenwerking lukt het om meer patiënten de juiste zorg op de juiste plek te geven. Minder mensen vallen tussen wal en schip. Verder is het voor organisaties handig dat de wijkmanager een vast aanspreekpunt is. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een wijkraad. Andersom vinden de huisartsen dit ook prettig, want zij kampen met een heel hoge werkdruk. Zij hebben echt geen tijd voor het opstellen van samenwerkingsafspraken en het organiseren van bijeenkomsten.
De kwaliteit van zorg is door alle ingezette acties verbeterd en processen zijn efficiënter ingericht. Dat laatste levert besparing van zorgkosten op, onder andere doordat bepaalde handelingen niet meer ‘dubbel’ uitgevoerd worden. Er zijn bijvoorbeeld met de apotheek afspraken gemaakt over wie inhalatie-instructie geeft. Voorheen gebeurde dat soms door zowel de POH als de apotheek.
Het project heeft, in bescheiden mate, ook een rol gespeeld bij het oplossen van een knelpunt. In Tilburg Noord lukte het maar niet om een nieuwe huisarts aan te trekken. Dit had vooral te maken met het imago van de wijk. Wat dan niet helpt, is het ontbreken van samenhang en samenwerkingsafspraken binnen de huisartsenstructuur. Dankzij de inzet van veel partijen is het gelukt om toch een huisarts aan te trekken. Ik weet zeker dat ons project bijgedragen heeft aan aantrekkelijker maken van de wijk voor de vestiging van een nieuwe praktijk.”
 
Welke obstakels zijn er en hoe overwin je ze?

“Er was geen geld voor een wijkmanager omdat de vier huisartsenpraktijken geen beroep kunnen doen op financiering voor geïntegreerde eerstelijnszorg (GES). Die is alleen bedoeld voor gezondheidscentra. Daarom is er bij Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland (VEZN) een subsidie aangevraagd en ontvangen. Hiervan kunnen de projectkosten twee jaar betaald worden. Hopelijk lukt het om daarna de financiering te continueren via de nieuwe Organisatie & Infrastructuur-bekostiging (O&I). Dit hangt af van de zorgverzekeraars. Andere opties zijn een verlenging van de VEZN-subsidie of het vinden van mogelijkheden binnen Segment 3 van de inkoop huisartsenzorg, die bedoeld is voor zorgvernieuwing.
Primaire hobbel was – en is - het winnen van het vertrouwen van de huisartsen. Zij waren en zijn er niet zonder meer van overtuigd dat wijkgericht werken echt iets oplevert. Wij weten dat het daarom belangrijk is om te starten met punten waar huisartsen het meest last van hebben en die op te lossen. En hen zoveel mogelijk ontlasten door organisatorische en niet-medische administratieve zaken van hun bordje te nemen.
Het blijft lastig om afspraken te maken met het sociaal wijkteam, dat aan een centraal vastgesteld kader moet voldoen. Er is een spanningsveld tussen wat de wijk wil en nodig heeft, en de uniformiteit die de gemeente nastreeft. Ik heb het sociaal wijkteam gevraagd hoe we het hier het beste mee kunnen omgaan, maar we zijn daar nog niet uit.
Een ander knelpunt wordt gevormd door de afspraken die regionaal gemaakt maar lokaal uitgevoerd worden. Denk aan afspraken met het ziekenhuis, GGZ en GGD. Daar is een goede structuur voor nodig. Die is er nog niet, maar samen met zorggroep RCH denken we daar wel over na.”
 
Welke tips & tricks wil je collega’s meegeven?

“Zorg ervoor dat de wijkmanager aangestuurd wordt door de huisartsen en vanuit hún perspectief verbinding zoekt met de wijk. Voor de wijkmanager zelf is belangrijk om ‘gedoseerd’ aan de slag te gaan. Stel niet meteen allerlei zaken voor die veel tijd kosten, daar zitten die zwaarbelaste huisartsen niet op te wachten. Ga op zoek naar quick wins om vertrouwen te bouwen en ze jouw meerwaarde te laten ontdekken. Dat gaat al snel en eenvoudig door bereikbaarheidslijsten te maken van de huisartsenpraktijken, maar ook van de samenwerkingspartners in de wijk. Zo vinden zij elkaar makkelijk en snel. Ook het inrichten van een MDO hoeft niet ingewikkeld te zijn. Wij doen het op de manier van GC Reeshof. Zij hebben een handig draaiboek gemaakt dat we zó konden overnemen.”

Wat is ervoor nodig om dit goede voorbeeld breder te verspreiden?

“Met onze ervaringen kan de zorggroep het wijkgericht werken introduceren in andere wijken of dorpen, en daar een faciliterende rol bij vervullen. Een vaste wijkmanager is een voorwaarde voor succes. Als die maar tijdelijk actief is, gaat daarna de schwung eruit en zal er veel energie en betrokkenheid wegebben. Via O&I-bekostiging zou je structureel een wijkmanager moeten kunnen financieren.
Opschalen kan in diverse fasen. Daarvoor maken we nu een stappenplan en een stroomschema. Het stappenplan kent de volgenden onderdelen: een selectie maken van wijken waar gestart kan worden, een stroomschema maken zodat er een handvat is om te starten, wijkmanagers aanstellen en coachen. In het stroomschema staan vragen als ‘Is er inzicht in de wijkpopulatie?’, ‘Kennen professionals elkaar persoonlijk?’ en ‘Zijn er samenwerkingsafspraken?’. Ook staan hier instrumenten in die in Tilburg Noord en Reeshof zijn ontwikkeld en hun meerwaarde hebben bewezen.”
 
Aanvullende informatie:

Hulpmiddelen