Goed Voorbeeld:

Stuurgroep Preventie - Gezondheid

Locaties:Gezondheidscentrum De Kroonsteen
Gezondheidscentrum De Vuursteen
Partners:Gemeente Mook&Middelaar, GGD Gelderland-Zuid, ZZG zorggroep, Medisch centrum Mook, burgervertegenwoordiging vanuit KBO, Wmo-raad Mook&Middelaar en Burger Advies Raad Heumen
Contactpersoon:Nancy Stensen
E-mailadres:info@dekroonsteendevuursteen.nl
Doel:regie voeren op lopende preventieve gezondheidsthema's, inclusief doelmatigheid en efficiëntie; informatiefunctie t.a.v. lopende thema's in de werkgroepen; prioriteiten stellen t.a.v. preventieve gezondheidsthema's en samenhang creëren; monitoring en borging van thema?s, zorgen voor evenwichtige taakverdeling bij de gezondheidswerkers.
Aanpak:De stuurgroep komt drie keer per jaar bij elkaar, bespreekt de doelen, maakt concrete afspraken hierover en zet dit uit in de tijd. Activiteiten per thema en tijdsplanning worden schriftelijk vastgelegd en wanneer nodig geactualiseerd. Deze aansturing wordt praktisch doorvertaald naar de werkgroepen die uitvoerend met de thema?s aan de slag gaan.

Preventiewerk stevig verankeren én uitbreiden

Hoe zorg je ervoor dat succesvolle preventie-activiteiten duurzaam voortgezet worden als de belangrijkste ondersteuningsorganisatie gedwongen is te stoppen? In Heumen sloegen de samenwerkingspartners de handen ineen. Bovendien werd het werkgebied uitgebreid met een buurgemeente. Nancy Stensen van Gezondheidscentrum De Kroonsteen – De Vuursteen vertelt. “

Toen Nancy Stensen vijf jaar geleden begon als manager van het gezondheidscentrum stond al snel één onderwerp hoog op haar prioriteitenlijst: in Heumen meer contact krijgen met de gemeenteambtenaren en de GGD. “Omdat ik preventie belangrijk vond en het gezondheidscentrum daar meer aan zou kunnen doen.” Het leverde meteen een positief resultaat op. Samen met een enthousiaste ambtenaar en een ‘gezondheidsmakelaar’ van de GGD ging Stensen aan de slag. Met behulp van de GGD-monitor werd een wijkanalyse opgesteld. Voor de duidelijkheid: die wijk bestond uit de hele gemeente Heumen (ruim 16.000 inwoners, meerdere dorpskernen).

Vanuit de wijkanalyse en landelijk preventiebeleid pakten de initiatiefnemers twee onderwerpen als eerste bij de kop: stoppen met roken en valpreventie. Later werd dit aangevuld met de thema’s alcoholgebruik – met name onder oudere inwoners - en het voorkomen van depressie.

Wijkatelier

Als logische partner bij diverse onderwerpen sloot de ZZG zorggroep (thuiszorg) als samenwerkingspartij aan. Stensen, praktisch ingesteld, wilde snel beginnen. “Ik ben niet zo van ellenlange visies en notities. Daarom was ik erg blij dat we konden aanhaken bij een eerstelijns ‘wijkatelier’ dat de ZZG zorggroep samen met de Radboud Universiteit had opgezet. Het idee daarachter was om vanuit meerdere eerstelijns zorgorganisaties te bekijken wat er in een wijk nodig is en hoe kun je dat samen kunt vormgeven.” Het wijkatelier ontving ZonMw-gelden in het kader van het thema Zorg en Ondersteuning in de Buurt. De Heumense werkgroepen sloten aan bij de werkgroepen van het wijkatelier.

Een wijkatelier – er zijn er diverse in de regio Nijmegen - faciliteert het preventiewerk op allerlei manieren. Het fungeert als ontmoetingspunt van samenwerkingspartners, biedt ondersteuning in de wijk, is een plek om goede voorbeelden naar boven te halen en te delen, formats te ontwikkelen en de uitvoering goed te beschrijven. Belangrijk doel van het wijkatelier is dat partners gebruikmaken van elkaars kennis en ervaring. “Die werkwijze hebben we doorgetrokken naar de stuurgroep die in 2013 in Heumen gestart is”, legt Stensen uit.

Overzicht

Die stuurgroep kwam er om twee redenen. “Op de eerste plaats hadden we in Heumen zoveel activiteiten opgezet dat het overzicht een beetje verloren ging. Er was behoefte om goed op een rij te krijgen waar we mee bezig zijn en of we dat allemaal goed kunnen neerzetten in de tijd. Mensen moeten niet overbelast worden. Op de tweede plaats verdween het wijkatelier eind 2014 omdat de financiering hiervoor werd stopgezet. We wilden voorkomen dat de structuur en aandacht rondom preventieve gezondheidszorg verloren zou gaan. Via onze eigen stuurgroep kunnen we nu het opgebouwde netwerk en de kennis zelf borgen en stevig verankeren.”

In 2014 werd de stuurgroep uitgebreid met deelnemers uit de gemeente Mook&Middelaar. “Heel prettig, want nu kunnen we de preventie-activiteiten vanuit onze beide gezondheidscentra oppakken. En dus de kennis delen met partners in twee gemeenten.”

Voorbeelden te over, geeft Nancy Stensen aan. Van diverse activiteiten rondom valpreventie tot een sportstimuleringsprogramma in diverse dorpskernen. Van aandacht voor alcoholgebruik tot depressiepreventie. Waarbij niet alleen veel zorgpartners actief zijn, maar er ook samenwerking ontstond met de KBO en de seniorensportvereniging Old Socks. “Dat werkt heel goed en zij zorgen meteen voor een stukje PR, onder andere voor de voorlichtingsmiddagen valpreventie. Verder hebben we in het kader van depressiepreventie vrijwilligers van de KBO, Zonnebloem en Rode Kruis geschoold in het omgaan met signalen hiervan bij ouderen.”

Betrokken gemeente

Stensen vindt de samenwerking met de gemeenten erg belangrijk. “De gemeente Heumen is vanaf het begin erg betrokken en vindt onze input belangrijk in het kader van haar gemeentelijk gezondheidsbeleid. Andersom faciliteren beide gemeenten ons soms met een klein budget voor een project of door het verzenden van brieven aan inwoners. En bij de start van de campagne ’40 dagen zonder alcohol’ is de burgemeester of een wethouder aanwezig. Dat levert mooie publiciteit op.” Stensen verwacht dat de relatie met de gemeente Mook&Middelaar nu ook van de grond gaat komen.

Een belangrijke succesfactor van het preventiewerk is de ‘hands on’ aanpak. Ook dat vindt zijn oorsprong in contacten met de gemeente. “Heumen houdt twee keer per jaar een zogenaamde werkconferentie. Daar komen op een heel breed terrein van wonen, zorg en welzijn actiepunten uit. Elk actiepunt wordt een jaar lang opgepakt door een werkgroep waarin diverse partners zitten. Heel concreet. Na een halfjaar is er een tussentijdse evaluatie: zo staan we ervoor en zo willen we verder. Die werkwijze hebben we doorgetrokken naar onze werkgroepen en de stuurgroep. Zo kun je thema’s kort en krachtig oppakken en maak je de dingen niet te groot.”

Praktische aanpak

Met een praktisch aanpak krijg je niet alleen inwoners maar ook professionals het snelst enthousiast, is de ervaring van Stensen. “Blijf niet te lang hangen in theoretische verhandelingen, maar stel enkele doelen en ga dan gewoon doen! Voor medewerkers is het belangrijk dat ze tools hebben om concreet aan te bieden.”

De cursussen ‘Stoppen met roken’ zijn hiervan een mooi voorbeeld, licht ze toe. “Samen met de ZZG zorggroep organiseren we die. Vroeger was het: pas bij voldoende deelname ging zo’n cursus van start. Nu plannen we vooraf en stellen als doel dat de cursus vol raakt. En dat lukt! De eerste keer was het aantal aanmeldingen zelfs zo groot dat we vier cursussen hebben gehouden. Wat helpt is dat professionals nu tegen een patiënt kunnen zeggen: over twee weken of een maand begint die cursus, geef je maar op. Zo’n praktisch handvat, dat motiveert een medewerker om meer te doen dan alleen signaleren.”

Evalueren en bijsturen

De preventiestuurgroep, die drie keer per jaar bij elkaar komt, stelde zichzelf bij de start een aantal taken: kritisch alle lopende projecten evalueren, bijsturen, het tempo bepalen en prioriteiten kiezen. Opnieuw speelde de wijkanalyse uit de GGD-monitor hierbij een rol. Stensen: “Hieruit is naar voren gekomen dat we de grote preventiethema’s vasthouden. Daarnaast willen we meer aandacht geven aan bewegen in het algemeen, want dat heeft een relatie met alle thema’s.”

Dat de financiën onder druk staan door het verdwijnen van de ZonMw-subsidie voor het wijkatelier is vervelend. “Maar alle organisaties vinden dit zo belangrijk dat we zelf de ondersteuning gaan regelen. De samenwerkingspartners zien elkaars meerwaarde en zijn ervan overtuigd dat je samen meer voor elkaar krijgt.”

Effecten

Stensen geeft toe dat effectmeting niet eenvoudig is bij preventiewerk. Zeker niet als het doel bewustwording is. Toch zijn er zeker positieve aanwijzingen. “De laatste ’40 Dagen zonder alcohol’ hebben we via mail geëvalueerd. Daaruit bleek dat het merendeel van de 71 geregistreerde deelnemers zijn drinkgedrag blijvend wil veranderen. Ook uit gesprekken hoor ik dat. Zo’n langjarig project heeft echt een zwaan-kleef-aan effect. Bovendien weten we uit verhalen dat meer mensen hebben meegedaan, want niet iedereen heeft zich officieel opgegeven”

Bij de valpreventiecursus deden de fysiotherapeuten een voor- en nameting. Ook hieruit bleek een verbetering bij de deelnemers. “En bij de laatste training bleek dat álle deelnemers doorgingen met een beweegactiviteit bij een reguliere aanbieder.” Een voorbeeld uit de praktijk: een patiënt met de ziekte van Parkinson loopt steeds moeizamer en beweegt minder. Het risico op vallen neemt toe. De wijkverpleegkundige verwijst hem naar de valpreventiecursus. Als de cursus na vijf weken is afgelopen, zijn meneers balans en loopfunctie sterk verbeterd. Hij stroomt door naar Meer Bewegen voor Ouderen. Voortaan heeft hij elke week een vast sportmoment met zijn zus, die ook meedeed aan de valpreventietraining. In combinatie met fysiotherapie verkleint dit de kans om te vallen enorm.

Ouderen die minder vallen, ook doordat ze vanuit valpreventie in de nuldelijn blijven bewegen; dat kan zomaar op jaarbasis een aantal kostbare nieuwe heupen schelen. Interessant voor de zorgverzekeraar? Nancy Stensen: “VGZ ontvangt al onze halfjaarlijkse rapportages. Ze zien dat het werkt en daar zijn ze ook wel enthousiast over. Het zou mooi zijn als de zorgverzekeraar het nut van preventieve activiteiten erkent en vanuit die visie onze activiteiten ondersteunt.”

Hulpmiddelen