Goed Voorbeeld:

Brugfunctie consulent Maatschappelijke Ondersteuning

Locatie:Gezondheidscentrum Reeshof
Partners:Welzijnsorganisatie ContourdeTwern, CZ, gemeente Tilburg
Contactpersoon:Frans van Muilwijk
Telefoon:013 - 57 05 510
Doel:het verbeteren van toegang tot maatschappelijke ondersteuning voor patiënten van GC Reeshof met terugkerende klachten met (deels) een niet-medische oorzaak en gelijktijdig het verbeteren van de samenwerking tussen de zorg- en welzijnsaanbieders in de Reeshof. Dit moet leiden tot een verminderd beroep op het zorgaanbod, lagere zorgkosten, verhoogde maatschappelijke participatie, kwaliteit van leven en cliënttevredenheid en verhoogde medewerkerstevredenheid van de zorgverleners in GC Reeshof.
Aanpak:een deskundige consulent in GC Reeshof vormt het aanspreekpunt voor de inzet van maatschappelijke ondersteuning. Hij/zij kent de sociale kaart en heeft of legt contacten met organisaties voor maatschappelijke ondersteuning en informele zorg in de wijk. De consulent vervult hierdoor een brugfunctie in de samenwerking tussen eerste lijn en maatschappelijke ondersteuning.

Schot in de roos: consulent Maatschappelijke Ondersteuning

De aanloop verliep niet vlekkeloos, maar toen de juiste koers ontdekt was bleek de consulent Maatschappelijke Ondersteuning een schot in de roos. Frans van Muilwijk, arts M&G en directeur van Gezondheidscentrum Reeshof, over het succes van een bijzonder samenwerkingsproject. “Het werkt en iedereen wordt er blij van.”

Eind 2012 benaderde de toenmalige welzijnsorganisatie in Tilburg Frans van Muilwijk met het idee om een project POH Welzijn op te zetten. “Dat vond ik een goed idee. We waren al bezig met een praktijkverpleegkundige ouderenzorg, een POH GGZ en met Jeugdgezondheidszorg; dat had allemaal een link met samenwerking met andere partijen in de wijk. Een relatie opbouwen, verbindingen leggen. Iets dergelijks rondom welzijn leek mij goed om de verbinding met het sociaal domein vorm te geven, want die verbinding was er nauwelijks. Huisartsen hadden geen zicht op wie zich in de wijk allemaal met welzijnszorg bezighielden, wat dat precies inhield en welke projecten er waren. Terwijl veel van de mensen die daar werken met dezelfde gezinnen te maken hebben als de huisartsen.”

Projectplan en subsidie

Er kwam een projectplan en er kwam subsidie van de zorgverzekeraars in de vorm van een VEZN-bijdrage (Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland) van de zorgverzekeraars. De welzijnsorganisatie koos een medewerker uit die een vaste plek kreeg in GC Reeshof. Als consulent Maatschappelijke Ondersteuning ging ze kortdurend patiënten begeleiden bij wie volgens de huisarts of praktijkondersteuner sociale problemen een rol speelden bij de medische klachten. “Mensen klagen bijvoorbeeld over buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid én over dat het thuis moeilijk gaat. Met dat laatste deden wij nooit veel, behalve het aanhoren.” Daar moest de nieuwe consulent verandering in brengen. “Zij ging het probleem analyseren en oplossingen zoeken in het sociaal domein. Via lijntjes met bijvoorbeeld schuldhulpverlening, administratieve ondersteuning, vrijwilligersorganisaties, sportverenigingen, clubjes enzovoorts.”

Aanvankelijk verliep het project moeizaam. Het feit dat de consulent geen medische achtergrond had en niet mede door de huisartsen geselecteerd was, bleek een struikelblok. De huisartsen misten hierdoor vertrouwen en stuurden nauwelijks patiënten door. Was dat wel zo, dan bleek de informatie-uitwisseling problematisch omdat de consulent geen toegang had tot het medisch dossier (HIS). Toch was al snel duidelijk dat het project veel potentie had: er kwam meer verbinding tussen de eerste lijn en maatschappelijke organisaties en voor patiënten pakte dat goed uit. Maar het lage aantal verwijzingen door de huisartsen naar de consulent vroeg om bijsturing. 

Nieuwe kans

“Het project kende een stuurgroep waarin ook iemand van zorgverzekeraar CZ en een ambtenaar van de gemeente Tilburg zaten. Zij hadden een convenant met elkaar. Het was goed dat iedereen erbij betrokken was, voor alle partijen. De gemeente was bijvoorbeeld op zoek naar hoe je dat doet, die verbindingen leggen. In het kader van de Wmo en nieuwe wijkteams wilden zij daar ook mee experimenteren.”

De stuurgroep besloot dat het project een nieuwe kans moest krijgen. Met hulp van advies- en projectbureau Opera werd na de zomer van 2013 een nieuwe start gemaakt. Hiervoor was aanvullende VEZN-subsidie ontvangen. Na een sollicitatieronde waar de huisartsen betrokken bij waren, startte een nieuwe consulent: een sociaal verpleegkundige van de GGD. “Dat was belangrijk, dat de huisartsen er op voorhand vertrouwen in hadden en zich met die medewerker engageerden.”

Groot succes

De consulent ging 18 uur per week aan de slag in GC Reeshof. “En dat is een groot succes geworden. Het is iemand die met twee benen in beide velden staat: het sociale én het medische domein. De consulent communiceert gemakkelijk met de huisartsen en wordt als een volwaardige medewerker van de praktijk gezien. Formeel is dat natuurlijk niet zo, maar zo voelt het wel.” Deze consulent heeft wél toegang tot het Huisartsen Informatie Systeem (HIS), waardoor verslaglegging en overdracht soepel verlopen. Dat de consulent BIG-geregistreerd is, maakt gezamenlijke dossiervoering voor de huisartsen aanvaardbaar. De consulent is immers, ook tuchtrechtelijk, gehouden aan het beroepsgeheim. 

Patiënten laten zich gemakkelijk doorverwijzen naar de consulent, zo is de ervaring. “Omdat het de huisarts of praktijkondersteuner is die dat doet. De huisarts zegt bijvoorbeeld: meneer, met pillen gaat het niet lukken; het lijkt me goed dat we iets anders proberen en daar hebben wij een hele goede medewerker voor in huis.” Praktijkondersteuners Somatiek zijn extra gewezen op verbreding van hun rol. “Niet meer alleen het luisterend oor zijn, maar actief bekijken of de consulent Maatschappelijke Ondersteuning een bijdrage kan leveren. En dat in de week leggen bij de patiënt.”

Quick scan

De consulent ziet een patiënt gemiddeld twee tot drie keer, meestal in de thuissituatie. Soms is er aanvullend telefonisch contact. In een half jaar tijd zijn 80 patiënten begeleid. De consulent maakt per patiënt een analyse van de situatie met behulp van een quick scan waarin diverse leefgebieden worden afgetast. Vervolgens wordt naar oplossingen gezocht. “De begeleiding wordt afgerond wanneer zeker is dat het vervolg goed belegd is, dat het goed loopt.”

Over de resultaten van het project is iedereen enthousiast. “Het werkt echt! Patiënten vertellen dat aan de huisarts of praktijkondersteuner, of we lezen het in het dossier.” Mensen worden vooral praktisch geholpen, waarbij goed aansluiten bij iemands leefwereld erg belangrijk is. “Stel je voor, er is een vrouw die altijd heeft gezorgd voor haar partner. Sinds die overleden is, kampt zij met eenzaamheid. Je kunt dan mantelzorg inzetten voor zo iemand. Maar je kunt ook bedenken: jij hebt altijd gezorgd, misschien vind je het fijn dat weer te doen. Zou je zélf aan een mantelzorgproject of vrijwilligerswerk willen deelnemen? Dat soort ideeën en oplossingen, dat vind ik wel bijzonder.”

Een paar andere voorbeelden uit de praktijk: een budgetteringscursus, formulierenhulp, bemiddeling naar loket Z. voor aanpassingen in de woning, voorlichting over mogelijkheden om eenzaamheid aan te pakken, stimuleren van bewegingsactiviteiten bij ziekte en mantelzorgondersteuning organiseren.

Verbindingen leggen

Het project heeft ook de verbindingen in de wijk en met maatschappelijke organisaties extra gestimuleerd. Onder meer via netwerk- en kennismakingsbijeenkomsten. “Er wordt veel informatie met elkaar gedeeld. We zijn geen vreemden meer voor elkaar. Vroeger hadden we nauwelijks een band met de welzijnsorganisatie. Dan zeiden we tegen de patiënt: bij die organisatie moet je zijn, hier is het telefoonnummer. Daar bleef het bij. En dat werkt niet. Mensen vinden nabijheid belangrijk en moeten soms schaamte overwinnen. Ze stappen niet graag met hun problemen bij een vreemde organisatie binnen. De huisartsenpraktijk biedt die nabijheid en zorgt voor een goede doorgeleiding.”

De nauwere samenwerking in het veld zorgt voor meer efficiency en effectiviteit, maar er is meer. “Samenwerken is leuk! Waarom? Omdat ik niet de enige ben die het leuk vindt. Tijdens netwerkbijeenkomsten is dat tastbaar. Je krijgt positieve reacties op dingen je samen ondernomen hebt. Mensen worden er blij van als ze andere mensen kunnen betrekken bij hun probleem. Je hoeft dan niet in je eentje te ploeteren, alleen je weg te zoeken. Je kunt iets concreet aanpakken in plaats van dat je het probleem het probleem laat. Samenwerken is constructief. Je doet het beter dan je het vroeger deed, en daar word je blij van.”

Oneigenlijke zorg verplaatsen

Niet alleen de huisartsen zijn blij. Alle partners in het project doen er hun voordeel mee. Ook de zorgverzekeraar. “Die wil graag dat oneigenlijke zorg vanuit de eerste lijn naar het sociaal domein verplaatst wordt. Dat sluit aan bij de visie van de participatiemaatschappij en kan uiteindelijk de zorgkosten in onze samenleving terugdringen. Dat is een politiek doel, maar daar kunnen huisartsen zich wel iets bij voorstellen. Bij ons komen soms mensen van wie je denkt: je zou dit ook aan je buurvrouw kunnen vragen. Met de inzet van de consulent Maatschappelijke Ondersteuning kunnen we het dat zelfoplossend vermogen van mensen stimuleren.”

Hulpmiddelen